Blog

Wat moet je nog doen als je denkt dat je boek al af is?

Het zal je misschien verbazen, maar als je denkt dat je boek af is… Dan is je boek eigenlijk nog lang niet af. Wij hielden ons natuurlijk braaf aan onze deadline van 1 november voor het inleveren van het manuscript, en twitterden heel naïef:

Ha! Als we toch eens hadden geweten wat er daarna nog zou komen. Natuurlijk was het grootste deel van het werk wel gedaan op dat moment. Maar toen? Nog een paar allerlaatste aanpassingen doen aan de tekst, op sterk aandringen van de redacteur. Klus nog even wat aan het voorwoord. Herschrijf nog even die paar zinnen.

Terwijl de redacteur het manuscript nog eens grondig doornam, schreven wij blogstukjes en nieuwsbrieven, plaatsten we updates op Facebook en Twitter en maakten we wervende filmpjes. Deze bijvoorbeeld:

Ondertussen was het hoog tijd om data te prikken: wanneer is de boekpresentatie, en wanneer ligt het boek in de winkel? We markeerden respectievelijk 29 januari en 4 februari in onze agenda’s, en gingen weer verder aan de slag, want: de persklaarmaker had de tekst onder handen genomen. Een persklaarmaker kijkt op héél gedetailleerd niveau naar de tekst: hoofdletters (joden of Joden?), spelling (menschen? Duitschers?), inconsistenties, spatiegebruik – letterlijk de puntjes op de i. En die correcties en aanwijzigingen bekijken en (grotendeels) doorvoeren is ook nog best een klusje.

Inmiddels was het half december en gingen we samen met de afdeling PR van onze uitgeverij aan de slag met het schrijven van het persbericht, het verzamelen van wervende quotes van bekende mensen, het opstellen van de verzendlijst voor het persbericht, het plannen van de boekpresentatie en alles daaromheen.

De eerste interviewverzoeken kwamen al snel binnen.

In de tussentijd verzamelden we nog de illustraties en onderschriften voor in het boek, want het boek bestaat niet alleen uit tekst. Foto’s van de hoofdpersonen, een briefje met aardappelvlekken, een mooi bijschrift, een tekeningetje van een blik-kurk-pit en dat soort beeldmateriaal maken de inhoud nog sprekender.

De stamboom was een geval apart, ondanks de ontwerper die ‘m voor ons op een ordentelijke manier zou vormgeven. Wat is de handigste manier om twee grote familietakken op één pagina te krijgen? Waarom ontbreken er zoveel sterfdata en kunnen we die toch niet ergens vinden? Wat doe je met twee bronnen die een verschillende geboortedatum of doopnaam aangeven? De verschijningsdatum kwam ondertussen dichterbij, en daar moet natuurlijk ook van alles mee. Mooie plaatjes maken ter promotie, tweets schrijven, blogstukjes, nieuwsbrieven, Facebookposts. 

En dan: de drukproef. Oh, de drukproef. Wat hebben we de drukproef vervloekt.

Wat zeg ik, drukproef? Lees: DRUKPROEVEN. Twee stuks. De kerstvakantie ging dus grotendeels op aan werk.

Tel daarbij ook de flaptekst nog op, en na wekenlang zwoegen over de drukproeven, half januari dan toch eindelijk…

Toch was het nog geen tijd om op onze lauweren te rusten: hoog tijd voor het voorbereiden van de boekpresentatie! Wie nodigen we uit? Hoe doe je zoiets een beetje leuk? Kunnen we opa nog interviewen via Skype? Wat willen we vertellen in onze speech? Hoe werkt het met signeren? Wat doe je als je ter plekke per ongeluk iemands naam vergeet? En wat moeten we in hemelsnaam aan?

Ondertussen: mailen en bellen met allerlei redacteuren van radio en tv. Interviews plannen. Pitches verzinnen.

En dan is het moment daar: de boekpresentatie! Het uitverkopen van de eerste 100 exemplaren! En dat een week voor de verschijningsdatum.

De eerste recensies.

Morgen is de voorbereidingsfase écht afgelopen: dan ligt het boek in de winkel. We zijn benieuwd wat het drukke schrijversleven ons dan zal brengen…

Onze baby heet Oorlogsbrieven

We zeiden het al eerder, dat een boek als een soort kindje is, maar de volle ernst van die uitspraak overvalt ons nu pas echt. Wij zijn precies zo met Oorlogsbrieven als mensen om ons heen met hun jonge kinderen.

We zijn er ongeveer elk vrij moment mee bezig, we vervloeken het om de haverklap, maar toch is er niets dat we liever zouden willen doen. En we willen er altijd leuke en grappige dingetjes over Facebooken, want we denken er de hele tijd aan en zijn er buitenproportioneel trots op. We betrappen onszelf erop dat we er te pas en te onpas over beginnen en er uren over door kunnen praten.

Maar onze baby, Oorlogsbrieven, is dan ook écht een hele mooie baby.

Leuk detail is dat Oorlogsbrieven ook twee ouders heeft, en dat we met elkaar bijna niet meer over andere dingen kunnen praten, en dat we er even vaak tegen elkaar over zeuren als onszelf er zielsgelukkig mee prijzen, en dat we meestal ongeveer dezelfde ideeën hebben over de opvoeding maar er soms ook flink over kunnen discussiëren, en sommige dingen liever aan de ander overlaten omdat we die er meer mee vertrouwen. 

En weet je wat het gekke is? We denken nu al na over een tweede.

Goede maaltijden in oorlogstijd

DSC_0372

“Het boekje werd samengesteld toen de donkere oorlogswolken zich aan de kim samendrongen; het is verschenen nadat het onweer boven ons land was losgebarsten. Het zal moeten blijken of de aangegeven wegen alle gevolgd zullen kunnen worden. In ieder geval is het een gelukkige gedachte om een aanvraag voor wijzigingsbladen bij te voegen.”

Zo luidt het voorwoord (“aan de lezeressen”) van het boekje Ons dagelijksch brood: Goede maaltijden in oorlogstijd. Een vooruitziende blik: de kans is groot dat ook wij in de oorlog betrokken worden, en zodra dat gebeurt, hoe kunnen we dan nog aan ons “dagelijksch brood” komen? Al in 1939, toen Nederland nog neutraal was, stelde de overheid voor het eerst rantsoenen vast, in afwachting van de schaarste die waarschijnlijk nog zou komen.

“Als gevolg van de hedendaagsche belemmeringen in het transportwezen zoowel als in den import van allerlei producten die wij in normale tijden uit andere landen betrekken, moeten er beperkingen aan den dag treden en zullen er, geheel of ten deele, groepen van levensmiddelen aan de markt onttrokken worden waar wij in gewonen tijd vrij over beschikken kunnen.”

De tips van de auteurs zijn snel samen te vatten: koop vooral seizoensproducten afkomstig uit Nederland, denk bewust na over voedingswaarde en ga zuinig om met voedsel. Eet liever tarwebrood dan witbrood, eet fruit zoveel mogelijk met schil, kook groente niet te lang. Koop liever fruit en noten dan koek en chocola. Koffie en thee zijn genotmiddelen.

Naast algemene tips bevat het boekje een flink aantal dagmenu’s en bijbehorende recepten. Dat zijn vooral traditioneel Nederlandse gerechten als hutspot, erwtensoep en warme chocolademelk, aangevuld met originele uitvinden als “krachtrondjes” – koekjes met havermout en kaas als voornaamste ingrediënten – en “heete rest met kaas”: precies wat de naam belooft, opgewarmde etensrestjes met kaas.

De vooruitziende blik zet zich verder door: “Worden de aangegeven dagmenu’s te duur, dan kunnen wij confituren, vleeschwaren, avonddranken en desnoods, doch pas in het laatste geval, vruchten achterwege laten.”

Toch bleek het lastig te voorspellen hoe de rest van de oorlog eruit zou zijn. De rantsoenen tijdens de Hongerwinter steken bleekjes af tegen de standaard boodschappenlijst voor een gezin (“man, vrouw en 2 kinderen van 15-17 jaar”) die in het boekje staat.

Boodschappenlijst

Ter vergelijking: onze hoofdpersoon Loek schreef in januari 1945 in zijn dagboek dat er van het broodrantsoen nog maar 400 gram per persoon per week was overgebleven, ongeveer eenvijfde van de hoeveelheid die in deze boodschappenlijst wordt voorgeschreven.

Het boekje kregen we cadeau van Books4Life, een boekenwinkel die zijn opbrengst vrijwel geheel aan een goed doel schenkt. De vrijwilligers die in de winkel werken, krijgen een stem in de goede doelen waar de opbrengst naartoe gaat.

DSC_0387
De goede doelen van dit jaar.

Toen ik bij Books4Life was om Ons dagelijksch brood op te halen, kon ik me niet inhouden en bladerde ik even door de kast. Voor vijf goede tweedehands boeken betaalde ik vijf euro, en ik mocht zelfs ook nog een extra boekje uitzoeken als cadeau (want “elke week is bij ons boekenweek” – dat vind ik een goed principe).

DSC_0388
Zo’n deurhanger wil ik ook wel.

Of je nu boeken wilt doneren of kopen: je kunt elke werkdag tussen 11.00 en 17.00 terecht bij Books4Life Utrecht, Kromme Nieuwegracht 46. Ook Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Maastricht, Nijmegen en Tilburg hebben een Books4Life-winkel.

Dankjewel, Books4Life!
Dankjewel, Books4Life!

Het verloren dagboek

We hebben laatst een grote ontdekking gedaan. Lisanne zat een boek te lezen met achtergrondinformatie over Nederland in oorlogstijd en ontdekte daar iets van cruciaal belang voor ons onderzoek. Het betrof Wij wisten niets van hun lot van Bart van der Boom, een onderzoek naar wat gewone burgers in Nederland meekregen van de jodenvervolging. Dat boek is deels gebaseerd op dagboekonderzoek, van allerlei uiteenlopende mensen.

Toen Lisanne gedachteloos door het boek aan het bladeren was, kwam ze langs de lijst met dagboeken die voor het onderzoek waren gebruikt. En waar viel haar oog op? ‘C. van Buuren, ambtenaar, Amsterdam, geboortedatum onbekend’. C. van Buuren. Dat is Cor! Dat is onze Cor! Tenminste, ambtenaar en Amsterdam kloppen, maar Cor van Buuren is ook weer niet zó’n bijzondere naam; goede kans dat er meerdere van rondliepen.

Om dat te onderzoeken toog Lisanne op een maandagmorgen naar het NIOD, waar de grootste verzameling documenten uit de oorlog opgeslagen ligt. Op het aanvraagpapiertje dat je daar krijgt als je op je aanvraag moet wachten, stond ‘C.J. van Buuren’. Cornelis Jurphaas, het moet haast wel! En inderdaad, wanneer Lisanne na een half uurtje het dagboek uiteindelijk in handen krijgt, gaat het daarin al snel over Conny, kleine Arnoldje en de familie in Voorschoten.

Zo bleek dus dat het dagboek van een van onze hoofdrolspelers in het NIOD lag, zonder dat iemand van de familie daarvan wist. Inmiddels hebben we ook dit dagboek in Oorlogsbrieven verwerkt. Cor – die we af en toe plagend ‘dramaqueen’ noemen – heeft weer een hele andere kijk op de gebeurtenissen in deze laatste acte van de oorlog dan andere personages in de familie. Geweldig toch?

Het omslag van Oorlogsbrieven

Dit is ‘m dan: zo ziet Oorlogsbrieven er in de winkel uit!

OB-omslag-400

Bijzonder: de tekst in het midden komt uit een van de echte brieven die in het boek staan. En misschien herken je de tekst ook van de achtergrond van deze website. Het begint steeds meer op een echt boek te lijken!

Na de auteursfoto’s is dit weer een belangrijke stap in het boek-proces. Opvallend: de auteursfoto’s en omslag zijn eerder klaar dan de binnenkant van het boek! De foto’s en het omslag moesten op tijd klaar voor de najaarscatalogus van Atlas Contact. De binnenkant van het boek – tekst en illustraties – zijn bijna af, maar daarvoor hebben we nog iets langer, want het boek ligt in januari pas in de winkel.

Het omslag van Oorlogsbrieven: een eerste tipje van de sluier

Naast de auteursfoto’s zijn we de afgelopen tijd ook druk bezig geweest met het omslag van het boek. Nou ja, waar ik ‘we’ zeg, bedoel ik eigenlijk ontwerper Bart van der Tooren, met allerlei input, meningen en feedback van ons, onze redacteur en onze vrienden en familie, die we uitgebreid geraadpleegd hebben tijdens het proces. We zijn heel blij met het resultaat en willen het graag feestelijk onthullen.

Alvast een klein stukje omslag…

OB-teaser-1

Donderdag kun je hier het hele omslag bewonderen.

Zeker weten dat je ‘m niet mist? Schrijf je in voor de nieuwsbrief:


Oorlogsbrieven op Radio 1: hier terug te luisteren

Vanochtend waren Lisanne en Nieske live te horen op NPO radio 1 in het NOS Journaal. Tijdens de ochtenduitzending kwam Oorlogsbrieven elk half uur een paar minuten ter sprake. Hieronder kun je alle vijf fragmenten terugluisteren.

In fragment 1 vertelt verslaggever Maino Remmers waarom veel twintigers en dertigers onderzoek doen naar de Tweede Wereldoorlog.

In fragment 2 Verder lezen Oorlogsbrieven op Radio 1: hier terug te luisteren