‘Je krijgt de schrik als je de zon weer ter kimme ziet neigen en je je kaarsepitje weer tevoorschijn moet halen.’
De bedoeling was met het stukje blik en de kurk een lontje (pit) drijvende te houden op een laagje lampenolie, zodat je het als kaars kon gebruiken. Dat leverde dus warmte én licht op.