Auteur: Nieske Vergunst
Over de brieven
Het project Oorlogsbrieven bestaat uit ruim honderd brieven die geschreven zijn tijdens de hongerwinter, tussen september 1944 en april 1945. Met een enkele uitzondering in de vorm van een vervalst Ausweis of een nagemaakte arbeidsovereenkomst zijn het geen brieven van verzetshelden. Eigenlijk hebben ze weinig te maken met de oorlog zoals die in de geschiedenisboeken staat, de gevechten op allerlei fronten over de hele wereld.
Want wat blijkt: in het dagelijks leven in Nederland merk je helemaal niet zoveel van een geallieerde landing in Normandië.
Wat je wel merkt is de onderdrukking. Het afsluiten van gas en electra. Het afnemen van de voedseltoevoer. De angst. De onzekerheid. En naarmate de winter vordert: kou, honger, wanhoop.
En dat is precies waar het gros van de brieven over gaat. Het zijn zorgen en belevenissen van mensen als jij en ik, als we opeens een bezetting over ons heen kregen. Hebben jullie nog eten? Hebben jullie nog warmte? Hebben jullie nog licht? Hebben jullie al gehoord dat oom Jan is meegenomen door de Duitsers? En van die twintig burgers die gefusilleerd zijn hier om de hoek? Hoe lang zou het nog duren? Komen we de winter nog wel door?
Wat is een editie?
De afgelopen maanden zijn Lisanne en Nieske veel bezig geweest met brieven editeren. Editeren? Ja, dat is wel degelijk een Nederlands woord! Editeren is het werk dat je doet om een editie te maken: een uitgave van oorspronkelijk werk met toelichting daarbij. Het bronmateriaal kan van alles zijn: brieven, maar ook dagboeken of middeleeuwse handschriften bijvoorbeeld.
Even de expert aan het woord:
In het vervolg zal ik hier over een editie spreken, als een uitgave van ongepubliceerd of eerder gepubliceerd werk verzorgd is door een editeur, die de tekstkeuze beredeneerd en expliciet verantwoord heeft en de tekstvorm aanbiedt als resultaat van wetenschappelijk onderzoek. (Maritha Mathijsen, Naar de letter, p. 33)
Wij hebben het geluk dat een van de ontvangers van de brieven, Loek, nog in leven is. Dat betekent dat we veel toelichting kunnen vragen om uiteindelijk in het boek te zetten. Delen van die toelichting gaan we ook op oorlogsbrieven.nl publiceren, als voorproefje voor het boek. Volg @oorlogsbrieven of abonneer je op de RSS-feed om op de hoogte te blijven!
Het verzet in ’44/’45
Verliefd
April ’45: “We vertrouwden het niet om op de fiets te gaan, want daar zijn ze de laatste tijd verliefd op.”
Ernstig
11 dec ‘44: ‘Jan z’n Moeder zal het ook niet lang meer maken. De toestand is heel ernstig. Geen van de kinderen kan er heen.’
Honger, kou en angst
Loek, ontvanger van de oorlogsbrieven, vertelt over de leefomstandigheden in de winter van ’44/’45.
Bloembollen
16-2-45: “We gebruiken ook veel bloembollen; een derde bollen tegen twee derde aardappelen. Zoals ze het hier klaarmaken is het niet gek.”
10 dagen
‘Haar heele fam. is met hun gevlucht [uit Arnhem], vader moeder broers en zusters met man en kindren, 10 dagen hebben zij gelopen om in Amsterdam te komen.’
Vaderland
Oom Cees: ‘Wie had dat ooit kunnen denken dat we zoo ver zouden komen in ons goede Vaderland waar we ons in weelde konden baden.’